Veel kinderen komen helaas al beschadigd op school. Omdat een sterk gevoel van veiligheid en vertrouwen in de sociale omgeving een absolute basisbehoefte is om gezond te kunnen functioneren en ontwikkelen, betekent een beschadiging op dit gebied een vermindering van aandacht, energie en ‘hersenkracht’, door de stress die een gebrek aan veiligheid oplevert. En levert het verstorend gedrag en een onveiliger pedagogisch klimaat op.
Probleemgedrag is een uiting van diepe pijn.
Zoals uitgelegd in het artikel “Het probleem van beschadigde kinderen“, ontbreekt het ‘beschadigde’ kinderen aan essentieel gevoel van veiligheid. Hun mentale modellen van hun (sociale) omgeving, zijn niet geworteld in vertrouwen, maar in angst en pijn. Deze angst uit zich vaak niet als zodanig, maar zit verborgen achter allerlei ‘probleemgedrag’: dominantie, agressie, manipulatie, macho of clownesk gedrag, hulpeloosheid, etc.
Probleemgedrag is dus een uiting van fundamentele pijn. Dit is de enige juiste manier om naar probleemgedrag te kijken, hoe moeilijk het in de praktijk soms ook is om het niet te veroordelen of erop te reageren met afwijzing. En dit heeft nogal wat gevolgen voor scholen en leerkrachten die therapeutisch willen werken.
Herstellen van het mentale model
Therapeutisch onderwijs wil zeggen dat je van de school een sociaal en emotioneel veilige en gezonde omgeving maakt. Een omgeving waarin beschadigde kinderen kunnen leren vertrouwen. Een omgeving die kinderen helpt om gezondere modellen van zichzelf en hun sociale omgeving op te bouwen. Een omgeving waarin het veilig is om kwetsbaar, invoelend en afhankelijk te zijn, emoties te hebben en hechte relaties aan te gaan.
Gevolgen voor de manier van werken
Als je beseft dat probleemgedrag voorkomt uit pijn, dan realiseer je je ook dat je dit gedrag niet moet bestrijden met straf, afwijzing, spot, minachting, vernedering of woede. Misschien ‘werkt‘ het wel om gedrag te beïnvloeden, maar het doet helemaal niets aan de onderliggende beschadigingen die aan het probleemgedrag ten grondslag liggen. Het versterkt niet het vertrouwen of het gevoel van veiligheid van kinderen en het zorgt niet voor gezondere mentale modellen. Integendeel, het bekrachtigt die disfunctionele modellen alleen maar meer!
Om gedragsproblemen duurzaam op te lossen – en daarmee ook het pedagogisch klimaat en de leerresultaten te verbeteren en de druk op de leerkracht te verminderen – moeten de onderliggende beschadigingen en pijn zoveel mogelijk geheeld worden.
De kinderen die het meest ergernis, irritatie, afkeer en woede weten op te wekken, zijn ook de kinderen die het hardst een gezonde, koesterende omgeving nodig hebben. En daarvoor zijn leerkrachten nodig die niet denken en handelen op het niveau van het zichtbare gedrag, die niet willen ‘opvoeden’, maar die handelen vanuit het besef van de pijn die ten grondslag ligt aan de gedragsproblemen. En die deze pijn willen en kunnen helen.
Deze manier van werken vraagt leerkrachten die in staat zijn (eventuele) eigen pijn en eigen disfunctionele overtuigingen te overstijgen. Die empathisch zijn en de gekwetstheid en kwetsbaarheid van de lastigste leerlingen kunnen blijven zien. Die de eigen emoties ontspannen kunnen ‘ondergaan’ en deze kunnen begrijpen en inzetten. Leerkrachten die in staat zijn op een krachtige, maar niet-afwijzende manier heldere grenzen aan te geven. Die voorbeelden zijn van hoe een gezonde en evenwichtige volwassen denkt en doet. Die als een betrouwbare mentor leerlingen kan begeleiden op het gebied van relaties en emoties. Leerkrachten die vanaf het eerste begin met aandacht, geduld, inleving, vertrouwen en genegenheid te werk gaan. Oftewel: leerkrachten die zelf in hoge mate gezond en evenwichtig zijn.
Hoe gezonder een kind is, hoe minder gedragsproblemen hij zal laten zien en hoe beter hij leert. Een kind kan slechts zo gezond worden als zijn omgeving. Scholen hebben er dus alle belang bij om sociaal en emotioneel zo gezond mogelijk te worden en niet te snel te veronderstellen dat dit wel goed zit. Met een kritische blik hierop, kan een hoop winst behaald worden.