Ongezonde stress duurzaam verminderen op school

Overmatige stress is een belangrijke vijand van goed onderwijs. Het leidt tot leerproblemen, gedragsproblemen, sociaal-emotionele problemen, ordeproblemen en burn-out(klachten). Als je het stressniveau in de klas of op de school als geheel kunt reduceren, dan kun je de ernst van deze problemen ook terugschroeven. Daarmee zal onderwijs soepeler verlopen, zullen leerkrachten meer plezier en voldoening in hun vak ervaren en worden scholen gezondere en fijnere omgevingen voor alle betrokkenen.

Wat is stress?

Om stress grondig aan te pakken moet je snappen wat het feitelijk is. Stress is eigenlijk een bouwkundige term die met de mechanische belasting van een object te maken heeft. In psychologische zin is stress bijna hetzelfde: het is de belasting van de geestelijke capaciteiten*.

Met stress op zich is dan ook niets mis. Onze hersenen zijn ‘bedoeld’ om belast te worden. Het is hun functie om om te gaan met de eisen die de buitenwereld aan ons stelt. Zolang de druk niet (langdurig) onze maximale belastbaarheid overschrijdt, kan stress zelfs iets prettigs zijn en tot groei leiden. We hebben stress in zekere zin nodig (we moeten regelmatig een ‘last’ dragen) om in balans te blijven. Zonder stress geen voldoening.

Elke belasting – ook gezonde – kost echter wel energie en eist iets van onze vermogens. Na een bepaalde tijd – iedereen heeft hierin zijn eigen ritmes en voorkeuren – is het nodig om te kunnen uitrusten en opladen. Stress is met andere woorden altijd een aanslag op ons systeem, waarna herstel ervan nodig is.

In gezonde omstandigheden worden we nooit zwaarder of langer belast dan we aankunnen en/of hebben we genoeg tijd en rust om te herstellen. Stress wordt een probleem als we te langdurig of te zwaar belast worden en als er niet genoeg tijd en rust is om te herstellen. Dan wordt stress ongezond en zal zij tot allerlei klachten leiden, zowel fysiek als mentaal, sociaal en emotioneel.

Aanpak van ongezonde stress

In het onderwijs zorgt ongezonde stress ervoor dat leerkrachten minder in staat zijn evenwichtig, gevoelig en empathisch met hun leerlingen om te gaan. Beslissingen zullen meer op basis van korte termijn gevolgen genomen worden en de kwaliteit van de relatie zal afnemen.

Hierdoor zullen (overmatig) gestreste leerkrachten een negatieve invloed gaan uitoefenen op het gevoel van veiligheid en eigenwaarde van leerlingen en op het pedagogisch klimaat. Dit leidt weer tot afnemende leerresultaten en toenemende gedragsproblemen. Wat op hun beurt de belasting en het stressniveau van de leerkracht weer verhoogt, waardoor er een negatieve, zelfversterkende lus ontstaat. Het vermijden en terugdringen van ongezonde stress is dus van absoluut en niet te overschatten belang voor goed onderwijs.

Om ongezonde stress effectief en duurzaam aan te pakken is een integrale en systemische benadering nodig. Symptoombestrijding werkt niet op lange duur, omdat de onderliggende oorzaken blijven bestaan. Bovendien vormt de symptoombestrijding zelf een extra belasting – het is immers nog iets wat energie kost – waardoor de ongezonde stress toe- in plaats van afneemt. Inzicht in wat tot overbelasting zorgt is essentieel en daarom kijken we naar drie gebieden die we kunnen aanpakken.

1. Probleemgedrag genezen in plaats bestrijden

Het is op zich al een behoorlijke belasting om als leerkracht de verantwoordelijkheid te dragen voor de leerprestaties en vooruitgang van een groep van twintig tot dertig (of soms nog meer) leerlingen. Niveauverschillen, verschillen in leerstijlen, tijdsdruk en toetsen leggen een behoorlijke ‘basisdruk’ op een leerkracht. Maar als je daar gedragsproblemen en sociaal-emotionele problemen van leerlingen bij optelt, dan beland je al snel in de gevarenzone voor overbelasting.

Achter gedragsproblemen en sociaal-emotionele problemen liggen beschadigingen en pijn. Zolang deze pijn, deze mentale wonden niet geheeld worden, blijven zij een negatieve invloed uitoefenen op het gedrag van kinderen. Dit betekent ook dat de leerkracht dit gedrag moet blijven ‘bestrijden’ of ‘managen’. Oftewel een voortdurende extra belasting.

Om de belasting op de leerkracht te verminderen, waardoor hij/zij meer energie en mentale capaciteiten overhoudt voor zijn/haar primaire taak – kinderen onderwijs geven – is het dus nodig om gedragsproblemen te verminderen. En om gedragsproblemen te verminderen is het nodig om de beschadigingen, de pijn die erachter liggen zoveel als mogelijk te helen. Dit betekent dat onderwijs een flinke ’therapeutische’ component moet hebben. Een school moet een evenwichtige en gezonde omgeving worden.

Daarnaast helpt het natuurlijk ook geweldig als je van school een inspirerende omgeving maakt. Waar kinderen kunnen leren op manieren die bij hun natuur passen, zodat ze leren ervaren als iets plezierigs. Dan levert leren veel minder weerstand op bij leerlingen. Het overwinnen van weerstand – wat we normaal gesproken ‘orde houden’ noemen – vormt een aanzienlijk deel van de belasting van leerkrachten en verstoort gemakkelijk de relatie tussen leerkracht en leerling. Als we dit grotendeels overbodig maken, scheelt dat een hoop.

2. Wederzijdse ondersteuning

Als je het gevoel hebt dat je in je eentje een last moet dragen, voelt deze last extra zwaar. Wij zijn een hypersociale diersoort die ‘gemaakt’ is om samen te werken. Om ondersteuning te geven en te ontvangen. We hebben een diepgewortelde behoefte om vanuit een ‘stam’ het leven tegemoet te treden. Het gevoel er alleen voor te staan wekt angst en gevoelens van isolatie op. Angst en isolatie vormen op hun beurt een extra belasting die tot ongezonde stress – en haar kwalijke gevolgen – kan leiden.

Een schoolteam zou daarom een sterke ‘gezamenlijke cultuur’ moeten hebben. Leerkrachten moeten het gevoel hebben dat ze bij anderen kunnen aankloppen voor hulp. Zij moeten zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen bij hun collega’s. Er moet ruimte zijn voor emoties en kwetsbaarheid. En dat kan natuurlijk alleen als iedereen zijn of haar bijdrage levert aan deze cultuur. Leerkrachten die met hun gedrag of houding schade aanrichten aan het fundamentele vertrouwen moeten hier op een constructieve manier op worden aangesproken.

Het bouwen aan een gezamenlijke cultuur van vertrouwen en ondersteuning is een belangrijke taak van schoolleiders. Zij moeten pal staan voor de veiligheid van de groep en niet een extra bron van onrealistische eisen of angst zijn. Leerkrachten moeten het gevoel hebben dat hun schoolleiders achter hen staan, niet tegenover hen.

3. Overtuigingen onderzoeken

Een deel van de belasting die wij ervaren komt niet uit onze omgeving, maar uit onszelf. We leggen onszelf eisen op, waar we aan moeten voldoen. We zien onszelf door een bril van overtuigingen, waardoor ons zicht vertroebeld kan raken.

Als ons zelfbeeld al te zeer vervlochten is geraakt met ons gevoel van eigenwaarde en veiligheid, dan leggen onze overtuigingen over onszelf extra, onnodige druk op ons. (Deze twee artikelen gaat dieper in op deze materie: Zelfbeeld en eigenwaarde, een onfortuinlijk huwelijk / Een positief zelfbeeld is nog geen GEZOND zelfbeeld)

Maar ook onze overtuigingen over de wereld buiten ons kan een extra belasting vormen. Als we geloven dat kinderen het aan ons verplicht zijn om te gehoorzamen bijvoorbeeld, dan geloven we ook dat we moeten optreden als een kind niet ‘luistert’. Dit gevoel te moeten optreden verkleint ons gevoel van autonomie vormt een extra belasting.

Vaak zijn onze overtuigingen zo vertrouwd, dat we ze voor absolute waarheden aanzien. We hebben niet door dat we de werkelijkheid door een waas van ideeën bekijken, maar geloven dat we direct op de ‘echte wereld’ reageren.

De waarheid is echter dat we ons veel meer op onze overtuigingen en ideeën baseren dan op de kale feiten. Als we ons daarvan niet bewust zijn – of dit zelfs ontkennen – dan lopen we het risico het slachtoffer te worden van de incorrecte en disfunctionele overtuigingen die we allemaal hebben (en soms zelfs koesteren). We reageren dan niet het meest effectief op situaties, nemen niet de beste beslissingen en stemmen ons gedrag niet optimaal af op onze omgeving. Dit levert weer meer verwarring, onveiligheid en/of probleemgedrag op, wat weer een extra belasting vormt.

Daarom is het van essentieel belang dat we ons bewust worden en blijven van onze overtuigingen – over onszelf en de wereld buiten ons. Dat we onze denkbeelden blijven onderzoeken op hun geldigheid en onjuiste aannames en ideeën meer in overeenstemming brengen met de werkelijkheid.

Een serieuze taak

Overmatige stress bij de wortel aanpakken is een behoorlijke kluif. Maar de investering zal dubbel en dwars worden terugverdiend in de vorm van betere leerresultaten, een robuust pedagogisch klimaat, minder gedragsproblemen en meer werkplezier.

* NB Stress en angst zijn verschillende dingen

Vaak worden angst en stress met elkaar verward. Wat in de volksmond ‘stress’ genoemd wordt, is dikwijls eigenlijk angst. Angst is een gevoel van onveiligheid en kan door werkelijke omstandigheden – een hongerige tijger voor je neus – maar ook door ingebeelde omstandigheden – “als ik mijn mening geef word ik uitgelachen” – worden opgeroepen. Angst eist van ons dat we onszelf in veiligheid brengen, onszelf onzichtbaar maken of de bedreiging uitschakelen en leidt in het geval van ‘niet-fysieke dreiging’ meestal niet tot het meest handige gedrag. Angst vormt daarmee dus een extra belasting die tot ongezonde stress kan leiden, zeker als het gevoel van onveiligheid diep geworteld is en daardoor een chronisch karakter heeft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *